Vandaag is het twee jaar geleden dat Boudewijn BŸch op 53-jarige
leeftijd overleed. In die twee jaar zijn er twee boeken over BŸch verschenen.
Boeken die Boudewijn BŸch geen recht doen, vindt fotograaf en vriend Klaas
Koppe.
Dit jaar verschenen twee boeken over Boudewijn BŸch. Frans Mouws
schreef Weg uit Wassenaar - een tocht door het leven van Boudewijn BŸch, Rudie
Kagie maakte Boudewijn BŸch - verslag van een mystificatie. Fotograaf Klaas
Koppe is niet blij met de boeken. Koppe heeft BŸch goed gekend en hem
gedurende de periode 1979-2002 veelvuldig gefotografeerd.
Weg uit Wassenaar is een persoonlijk boek , waarin Mouws
verhaalt over zijn zoektocht naar BŸch. Koppe was er daarom niet in
ge•nteresseerd. "Maar woedend ben ik over dat boek van Kagie. Plat, vol
fouten en verdraaiingen. Kagie heeft maar ŽŽn kant van BŸch willen beschrijven.
Hij heeft hem genadeloos gekruisigd. Pure lijkenpikkerij."
Koppe erkent dat Kagie geen echte biografie heeft geschreven.
Maar als basis voor de beeldvorming rond BŸch is dat boek wel schadelijk.
"Kagie plakt BŸch al op pagina 13 het etiket 'pseudologia fantastica' op.
Hij brandmerkt hem dus meteen als een pathologische leugenaar. Als je dat in
het begin van een boek al doet, dan kom je nooit meer van dat stempel af,"
zegt Koppe.
"Maar het ergste is dat ik schuldig ben aan het tot stand
komen van dat boek. Kagie belde mij een paar maanden na de dood van BŸch op.
Hij wilde informatie voor een stuk dat hij voor Vrij Nederland over BŸch ging
schrijven. Dat artikel werd 15 maart 2003 geplaatst, bij het verschijnen van
BŸchs laatste roman Het geheim van Eberwein. Dat stuk was een aanzet tot een
boek. Ik heb toen het idee gelanceerd bij Mai Spijkers van Prometheus een boek
te maken van alle, veelal hilarische, verhalen van en over het leven van BŸch,
ge•llustreerd met veel van mijn foto's. Mij stond een monument voor ogen vanuit
vele gezichtspunten en zeker niet zonder de donkere kanten van BŸch te
belichten. Want BŸch fantaseerde er behoorlijk op los. Mai vond het prima, BŸch
verkoopt tenslotte altijd. Daarna heb ik Rudie Kagie gevraagd. In het contract
staat dan ook: 'De auteur zal in het werk als volgt worden aangeduid: Rudie
Kagie en Klaas Koppe.' Voor mij was duidelijk dat we samen de
research en de interviews zouden doen. Kagie zou schrijven, ik zou de foto's
verzorgen. Inleverdatum 15 januari 2004."
Koppe regelde afspraken, maar Kagie reageerde nergens op.
Volgens Koppe omdat hij half overspannen aan een boek over de SP werkte dat hij
al had moeten inleveren. Tot hij Koppe in januari liet weten dat hij het boek
verder alleen wilde maken. "Ondertussen had ik nog afspraken geregeld met
antiquaar Eric Schneyderberg, met Gerrit Komrij en inzage voor Kagie verkregen
in de correspondentie tussen Komrij en BŸch, waarover Onno Blom een stuk
schreef in Trouw van 2 maart. Kagie is niet bij Blom geweest, maar heeft het
stuk van Blom zo sluw geknipt en geplakt in zijn boek verwerkt, dat men net
niet van plagiaat kan spreken. De naam Onno Blom komt niet voor in het
boek."
Op 3 maart 2004 onthulde Frans Mouws in Nieuwe Revu dat
Boudewijn BŸch nooit een zoon had gehad. BŸch had altijd beweerd, en ook gezegd
dat die zoon gestorven was. BŸch schreef er De kleine blonde dood over. Mouws
kwam op de proppen met de naam van de jongen op wie BŸch zijn fabel baseerde.
Koppe: "Toen ik signalen kreeg dat ex-vriendin Bernadette Gallis Kagie
niet vertrouwde en daarom dat nieuws aan Mouws had gegund, was voor mij de maat
vol. Ik heb het contract bij Spijkers opgezegd en hij zei toen: 'Maar je wist
toch dat Kagie niet te vertrouwen is?' Nee, dat wist ik niet. Daarna heb ik
Kagie meegedeeld dat ik niets meer met hem en het boek te maken wilde hebben en
ik heb het voorschot op ons te verschijnen boek teruggestort. Er zijn daarom
dan ook geen foto's van mij in Kagies boek opgenomen."
Koppe wordt toch vier keer in het boek genoemd. "Op pag.
163 heeft Kagie bewust een citaat van BŸch in De Tijd over de eerste ontmoeting
met Reve verdraaid om van BŸch een leugenaar te maken: 'BŸch gaf aan zijn
reconstructie van het bliksembezoek (van Reve) een draai, die afweek van het
ware verloop van de gebeurtenis.' Ik was erbij en BŸch vertelt het verhaal
precies zoals ik het ook heb beleefd. Kagie gaat hier leugens fantaseren."
Natuurlijk was BŸch soms een etterbak en fantaseerde hij er
lustig op los, erkent Koppe. "Maar iedereen had kunnen weten dat BŸch
schoolpleinverhalen vertelde. Bernadette Gallis verwijst in Nieuwe Revu naar
een interview uit mei 1978 in PrivŽ met de ouders van 'de kleine blonde' Coen
Pronk en Marianne Verwey, waarin Boudewijn Iskander nog springlevend is! Maar
dat heeft Kagie niet gelezen, want Kagie heeft geen onderzoek gedaan. In zijn
boek zegt hij ook niet hoe hij Boudewijn Iskander heeft gevonden. Dat heb ik
hem namelijk verteld nadat ik op eenvoudige wijze via Google de hele stamboom
van Boudewijn Iskander had opgespoord."
Wat Koppe vooral ergert is dat Kagie de waarom-vraag niet heeft
gesteld.
"Waarom fantaseerde BŸch een kind dat hij dood liet gaan,
een fantasie waarmee hij zichzelf het meest pijn heeft gedaan? Dan denk ik aan
het verhaal van Patrick Buch, dat ook op pagina 13 van het Boek van Kagie
staat: 'Hij had trouwens een operatieve ingreep achter de rug die het voor de
rest van zijn leven onmogelijk maakte om een kind te verwekken.' Is dit het
geheim van Boudewijn BŸch? Over die ziektegeschiedenis staat bijna niets in
Kagies boek. BŸch zou daar zelf een boek over schrijven, De pijn. Het boek is
nooit verschenen. Goed. Op pag. 45 van Kagies boek zegt BŸchs eerste liefde
Lucy Noordman: 'Onder zijn trui voelde ze een band van hard plastic, een
blijvend ongemak, dat hij met zich meedroeg nadat hij een paar jaar eerder een
buikvliesoperatie had ondergaan.' In een uitzending van Netwerk op 17 augustus
2004 zegt Bernadette Gallis dat zij nooit iets van een lichamelijk ongemak
heeft gemerkt. Hoe zit dat? Op pag. 71 staat dat BŸch in de tijd dat hij in de
commune De bange duivel verbleef, op aanraden van zijn psychiater 'veel
trilafon, tryptisol en andere middelen slikte'. Trilafon is toch een middel dat
tegen depressies met psychotische kenmerken werkt en tryptizol is toch een
sederend antipsychoticum? Was BŸch toen psychotisch? Vragen, die Kagie niet
wilde stellen. Zijn oordeel was al geveld: kruisigt hem."
Koppe wil graag antwoord op vragen.
"Hoe heeft de ontluikende puber BŸch gereageerd op de
mededeling dat hij geen kinderen kon verwekken en wist hij in een tijd waar
niet over seksualiteit gepraat werd, wat dat inhield? Verklaart dat iets over
zijn seksuele geaardheid?"
Klaas Koppe is op zijn website www.klaaskoppe.nl aan
het bouwen aan zijn monument voor Boudewijn BŸch. Het is de bedoeling dat al
zijn BŸch-foto's daarop verschijnen. Maar dat eerlijke boek over Boudewijn
BŸch, dat zou Koppe nog graag lezen. "Een boek waarin ook zijn genialiteit,
zijn humor, zijn strijd om te overleven, en het feit dat hij eigenlijk niet
volwassen wilde worden aan de orde moeten komen. Het wordt tijd dat er een
echte biograaf aan het werk gaat. Dat monument m—et er komen."
Copyright: Het Parool